Rondje Mani  


Manische bloemenpracht


Rondje Mani, april 2008
door Albert Blok en Anita Snippe met de eigen auto vanaf Kythira.

Vanaf Kythira kun je aan beide kanten van het eiland de ‘vingers’ van de Peloponnesos zien. Op heldere dagen zie je de witte dorpjes en de stranden op het vaste land liggen. Bij avond zie je de lichten van de dorpjes gezellig schijnen. De Peloponnesos heeft dus de vorm van een hand, waarbij onder aan de middelvinger het meest zuidelijke punt van het Griekse vaste land ligt, Kaap Matapan. Deze kaap, waar volgens de legende de toegang tot Hades (de onderwereld) ligt, is onderdeel van het gebied de Mani en daar willen wij naartoe.
Waarom trekt juist dit stukje land ons? In de middeleeuwen waren er buitengewoon veel gevechten waarbij het allemaal ging om landje-pik. Venezianen, Turken, Romeinen en Franken, iedereen deed zijn best om zoveel mogelijk stukken land in handen te krijgen. De Mani lag en ligt nog steeds redelijk geïsoleerd en in de 15e eeuw hebben zich hier een groot aantal families uit andere gebieden gevestigd. Tussen deze families ontstonden al snel onderlinge vetes die met veel bloedvergieten werden uitgevochten. Om zich goed te kunnen verdedigen bouwde men opmerkelijke huizen. Smalle hoge woontorens.





Alvast een eerste indruk


Zo konden families elkaar vanuit de top aanvallen en zichzelf optimaal verdedigen. Hoe hoger de toren hoe beter dit ging en uiteraard ook hoe meer aanzien een familie had. De vechtende mannen bovenin de toren waren ook gemakkelijk te bevoorraden door de vrouwen die, ook beschermd, onderin de toren zaten. De laatste grote vete vond plaats in 1870 en dit was zo’n groot gevecht dat zelfs het Griekse leger er aan te pas moest komen om orde op zaken te stellen. De inwoners van de Mani staan dus niet bekend om hun vredelievendheid, dat maakt ons wel nieuwsgierig. Daarbij moet het landschap zo kaal en troosteloos zijn dat het gewoon fascinerend is. Iedereen die ooit in Griekenland is geweest kent wel die typische `maanlandschappen`. Vlaktes met alleen maar rotsen met lage bruine prikkelbosjes en hier en daar een boom. De Mani blijkt nog kaler te zijn en zonder de gebruikelijke afwisseling van velden vol olijfbomen of groepen cipressen. Geen boom groeit er, wel veel vijgcactussen. Voor ons prikkeling genoeg om dit stuk vaste land te willen bezoeken. ‘You’ll love it or you’ll hate it!’ is onze conclusie van alles wat we horen en lezen over de Mani.



Wel imposant die grote cactussen, de vruchten zijn te eten


Begin april op een woensdagochtend vertrekt de boot van Kythira-Diakofti naar Gythion. De tocht duurt 3 uur. Helaas regent het nogal en blijven we binnen. Ooit hoop ik op een van deze boottochten nog eens dolfijnen te kunnen spotten. Juist in dit stuk zee zijn ze vaak te vinden maar het zeewater zal nu nog wel iets te koud zijn.



De plaatsnamen van onze route, vergroot en vet


In Gythion, de meest oostelijke en belangrijkste plaats van de Mani zijn we vaker geweest. Het is een havenplaats met veel terrassen, winkeltjes en achterafstraatjes. Prima om eens een dagje te shoppen. Een enkeltje met de boot is nog geen 10 euro en zonder auto prima te doen. Om 12.00 uur komen we aan en het regent licht. Omdat we Gythion wel kennen willen we deze dagen gebruiken voor een klein uitstapje buiten de Mani om Mystras te bezoeken. Dit is een oude Byzantijnse stad gebouwd op een heuvel aan de steile rand van het Taygetos-gebergte. Mystras is gebouwd in 1249 na de val van Sparta door de machthebbers van Griekenland in die tijd: de Franken. De ruïnes liggen verspreid over de heuvels maar er is genoeg overgebleven om goed te kunnen zien hoe hier circa 42.000 mensen hebben gewoond. Dat men destijds koos voor deze plek heeft alles te maken met de natuurlijke bescherming die werd geboden door het Taygetos-gebergte, met pieken van wel 2400 meter hoogte. De noord- en westkant waren op deze manier veilig voor aanvallen en aan de andere zijde had men een uitstekend overzicht over de grote vallei, waar je tegenwoordig het moderne Sparta ziet liggen. Tevens waren de bergen een waterrijk gebied en de bomen die er groeiden gaven weer veel hout. Kortom veel belangrijke punten voor de vestiging van een stad, in die tijd, om te kunnen overleven.
Aangekomen bij Mystras is het echter alleen maar harder gaan regenen. De ruïne-stad is in mistnevelen gehuld en de temperatuur aan de top is 3 graden. Het geeft een prachtige en mysterieuze aanblik maar om met dit weer over al die glibberige paadjes heuvels op en af te klauteren spreekt ons niet echt aan We besluiten dan ook direct door te rijden naar de Mani. We gaan via het Taygetos-gebergte naar Kalamata, vanwaar uit we langs de kust richting de Mani willen reizen. Het is werkelijk een schitterende tocht langs smalle slingerweggetjes door dit ruige gebergte. Het regent nog steeds als we in Kalamata aankomen. Erg jammer. Omdat we willen overnachten in Aeropolis rijden we maar weer door. Vanaf Areopolis begint de 'echte' Mani voor ons. Onderweg van Kalamata naar Aeropolis komen we door een prachtige groene natuur met aan de kust veel toeristische badplaatsjes die in deze tijd van het jaar totaal verlaten zijn. Af en toe rijden we de binnenlanden in om door dorpen te rijden waar de tijd heeft stil gestaan. We maken zo van onze eerste dag echt een auto-toertocht. In Aeropolis vinden we na even wat rondrijden een kamer voor de nacht. Het is zelfs een oude woontoren en wordt beheerd door de schone Popi en haar ouders. Voor 35 euro per nacht, als we 2 bedden gebruiken is het 40 euro, zonder ontbijt maar wel met koffie en thee. De vader van Popi blijkt verzetsheld (Partizaan) te zijn en heeft zelfs een privé oorlogsmuseum. We zijn blij dat we zijn strenge vraag 'Germanos?' kunnen antwoorden met 'Ochi, Ollandos!' Als we later de reisboekjes van de Peloponnesos beter bekijken blijkt dit ouderwetse pension een veel gefotografeerd plaatje te zijn vanwege de historie van het pand.
Verder is in Aeropolis niet veel te beleven. Wel bezoeken we de meest hippe bar van het dorp, die in Groningen zeker niet zou misstaan. De volgende ochtend ontbijten we in het plaatselijke kafenion. De vaste gasten (90+) zitten er al en staren ons verbaasd aan. Op de smoezelige ramen staat nog net het woord 'Frühstuck' te lezen. Maar als we om ontbijt vragen kijkt de kastelein ons verschrikt aan. Waarschijnlijk heeft hij die vraag in 10 jaar niet gehad. Nadat hij achter de bar een oud potje honing heeft opgeduikeld komt hij echter in actie. Uit alle hoeken van het dorp wordt ons ontbijt te voorschijn gehaald. Een mevrouw brengt een potje jam, er worden bakjes yoghurt opgehaald en een meneer komt vers brood brengen. Ondertussen is de elektriciteit uitgevallen maar op een gaspitje wordt er toch een kopje Nescafé voor ons gemaakt. Dit zijn van die typisch Griekse gebeurtenissen. Gastvrijheid is nog steeds een soort erekwestie en ze zullen alles doen om je als gast niet teleur te stellen. We staan er iedere keer weer versteld van.
Nadat we Aeropolis verlaten hebben komt de zon eindelijk door dus we gaan vol goede moed op weg naar Pirgos Dirou al waar de Diros-grotten zijn. Deze grotten worden tot de mooiste in de wereld gerekend.













Het zijn echte grotten hoor


Als we in een kleine boot door deze doodstille, wondere wereld van stalactieten en stalagmieten geleid worden kijken we onze ogen uit. Het is net of we in een attractie van de Efteling zijn terechtgekomen. Zo fantastisch spectaculair is deze grot dat het bijna onnatuurlijk oogt. Van de grot die we kunnen bekijken is inmiddels een stelsel van14 km in kaart gebracht. De grotten zijn pas in 1976 open gesteld voor het publiek na 25 jaar onderzoek. Omdat er aan zee slechts een piepkleine ingang was van ca. een halve meter doorsnee zijn de grotten in 1950 eigenlijk pas echt ontdekt. In de oudheid waren de ingangen groter en men heeft dan ook sporen van menselijk en dierlijk leven gevonden van duizenden jaren geleden. Helaas is 1 van de grotten door een aardbeving al niet meer toegankelijk. Maar het geheel is echt een bezoek waard.
We trekken dieper de Mani, want we willen in het badplaatsje Gerolimenas overnachten. Er moet daar een goed hotel zijn lezen we in het boek van Jacueline Vinke (Around Greece). Onderweg wordt het landschap kaler en zien we veel nieuwbouw-woontorens op de vlaktes verschijnen. Het zijn betonnen huizen met een soort steenstrip om het idee van een traditioneel huis te wekken. Echt enthousiast worden we er niet van.
Onderweg stoppen we regelmatig voor een wandeling zo ook in Mezapos. Vanaf hier is een 13e eeuws fort te bewonderen in Tigani. In Gerolimenas aangekomen lunchen we uitgebreid in het kleine haventje, meer een inham, waar welgeteld 1 bootje ligt (Scandinaviërs). Het is zalig om hier in de zon te genieten van de wijn en het eten. We zijn hier de enige gasten en er is tijd voor een praatje met de eigenaar. Zoals vele Grieken heeft hij jaren op de grote vaart gezeten en Rotterdam is voor hen meestal bekender terrein dan voor ons. Het hotel is gauw gevonden en het is heerlijk genieten van al die luxe om ons heen. We slapen zelfs in een hemelbed in de smaakvol ingerichte kamer. Voor 100 euro per nacht inclusief een ontbijt vinden wij dit (in verhouding) niet duur. Het is ook niet zo maar een ontbijt of een buffet, maar er wordt echt een grote schaal met hapjes uitgeserveerd. Het is een tongstrelende sensatie met een aantal plaatselijk gemaakte delicatessen zoals gedroogd varkensvlees met sinaasappel (warm), olijven- en tomatenjam, apart en lekker. Uiteraard is er honing, kaas, ham, fruit, broodjes, koekjes, pudding en echte espresso en cappuccino. Maar alles heeft een geheel eigen touch. We genieten bij het zwembad nog even van de warme ochtendzon maar vertrekken wel op tijd.



Een kleine indruk van het hotel in Gerolimenas


Het is een zonnige en heldere dag. Het landschap wat zich nu voor ons uitstrekt ziet er aantrekkelijker uit dan de dag ervoor. Op weg naar Vatheia zien we de echte traditionele dorpen met woontorens uit de middeleeuwen (niet de nieuw gebouwde). We kijken onze ogen uit en in Vatheia lopen we een behoorlijke tijd rond.



Veel zeezicht, heel veel zeezicht




Vathia




Verlaten woontorens??


Onderweg naar Kaap Matapan stoppen we regelmatig voor een foto en het schitterende uitzicht. De weg naar het zuidelijkste puntje is spectaculair. Er zijn prachtige baaien maar in deze tijd van het jaar is het hier heel erg rustig. We schrikken bijna als er een auto aankomt en dat is dan meestal een toerist. Het landschap is verlaten maar puur en onbedorven.





Het zuiden van de Mani


Koeien staan langs en soms zelfs midden op de weg. Op Kythira vind je een aantal loslopende kuddes geiten en schapen maar loslopende koeien, nee die hebben we nog niet gezien. We zullen ze onderweg nog vaker tegenkomen (andere uiteraard). Via de oostkust rijden we langs prachtige kustplaatsen en zowaar er is hier meer levendigheid dan aan de westkust. We zijn toch blij als we de eerste bebossingen weer tegenkomen en in Kotronas gaan we de auto uit om te genieten van een heerlijke Griekse salade op een echt Grieks pleintje waar zo lekker tegen elkaar geschreeuwd wordt. Als we willen betalen verteld de eigenaresse ons dat we nog even moeten wachten omdat ze net pannenkoekjes voor ons aan het bakken is voor onderweg. We zouden eens honger kunnen krijgen. De Griekse gastvrijheid ten top!



Kotronas




Koeien langs en op de weg...heel normaal hier


We wagen nog een poging om Mystras te bezoeken. Het is prachtig weer en als we doorrijden hebben we de volgende ochtend flink de tijd. In Mystras vinden we een hotel welke gerund wordt door een alleraardigste familie. Hier vieren we Albert zijn verjaardag (42) en genieten van lekker eten en wijn in een Griekse taverne bij een knapperend haardvuur. De volgende ochtend: regen. We vinden bij Maria in de winkel nog net 2 kleine paraplu's. Maria is een heiligenschilder (iconen) in het Grieks is dat een 'agiografeio'. Ze gebruikt tijdens het schilderen eieren, azijn maar ook bladgoud. Het is zo nog even een alleraardigst gesprek met, zoals we dat veel vaker bemerken bij Grieken, een ongedwongen open nieuwsgierigheid.



De oude Byzantijnse stad Mystras


In de regen op naar Mystras want het kasteel, paleis en kloosters willen we toch graag zien. 2 Uur rondwandelen en klauteren waarbij we zo nu en dan achtervolgd worden door een Engelse schoolklas op studiereis (veel jonge meiden op slippers). De wat gezette leraar kan het tempo van zijn leerlingen niet bijhouden en met een groot rood hoofd van de inspanning roept hij ze regelmatig tot de orde. De eerste bus met bejaarde toeristen is gearriveerd dus voor ons de hoogste tijd om Mystras te verlaten. Het is prachtig om hier rond te lopen en met enige fantasie kun je je voorstellen hoe hier vele mensen hebben gewoond. Weer een aanrader.



Byzantijnse kerk




Patio van de kerk en het regent maar door




Het Pantanassaklooster waar nog altijd nonnen wonen


We hebben de hele middag nog want we gaan terug met de boot van Neapolis naar Kythira (1 uur varen). Op naar Monemvasia, dat ligt aan de kust en heeft vast beter weer. We zijn hier al eens eerder geweest en hebben er zelfs overnacht. Deze unieke stad is prachtig gebouwd op een rots in zee met prachtige kleine steegjes en schitterende huizen. De stad is bereikbaar via een pier vanaf het vaste land. In de oudheid hebben er maar liefst 50.000 mensen gewoond. Onderweg begint het steeds harder te regenen en in Monemvasia hoost het zelfs. Het heeft geen zin om naar buiten te gaan dus gaan we maar door naar Neapolis. Onderweg laden we bij een verdwaalde Lidl de auto nog vol met boodschappen en gaan lekker eten in de haven van Neapolis. Om 21.00 uur zijn we weer thuis. Het is een geweldige trip om te doen en vanaf Kythira reuze makkelijk. Wij hadden pech met 2 dagen lang zware regenval.

Albert&Anita



Door de hevige regenval ontstaan watervallen langs de weg